2008      
2008      

De Mandercirkels

Volgens de overlevering was het cirkelvormig bewerkte stuk grond in het Zuid-Engelse Hartfordshire het werk van de duivel. De rijke boer die in een heftige woordenwisseling uitriep dat zijn maaier te veel geld vroeg voor het bewerken van zijn land, wenste nog liever dat de duivel zijn veld zou maaien. Die nacht scheen er zoveel licht van het veld dat het leek alsof het in brand stond. De volgende ochtend zag de boer dat een deel van het veld in cirkelvorm ‘gemaaid’ was en wel zo netjes dat in zijn ogen geen sterveling dat zo had kunnen doen. Een prent uit 1678 laat deze ‘maaiende duivel van Hartfordshire’ aan het werk zien. Zo’n drie eeuwen later was het Gerhard Jannink, een textielfabrikant met een grote interesse voor moderne landbouwtechnieken, die de voordelen zag om zijn grond in het Overijsselse Mander cirkelvormig te bewerken. In de Verenigde Staten had hij gezien dat een dergelijke bewerking een aanzienlijke tijdsbesparing opleverde, omdat de ploeg niet telkens van richting hoefde te veranderen, maar vanuit het midden spiraalsgewijs naar buiten kon ploegen.

Het beschreven zeventiende-eeuwse verhaal wordt door onderzoekers vooral aangehaald als vroeg voorbeeld van het ontstaan van de miraculeuze en vooralsnog onverklaarbare graancirkels. Bij velen bestaat echter de overtuiging dat deze cirkels door mensen worden gemaakt en dat hun verschijning slechts een goed georganiseerde grap of misschien wel een vorm van kunst is. De biofysische afwijkingen van het graan en de aantasting van de bodem doet toch iets anders vermoeden. Maar de geometrische perfectie van de vaak ingewikkelde patronen blijken niet slechts het resultaat van een natuurlijk proces te zijn. In alle formaties komt namelijk een basisfiguur terug die als uitgangspunt dient voor alle complexe figuren met ingewikkelde wiskundige patronen.

Beeldend kunstenaar Paul de Kort (1961) interesseert zich voor dergelijke ordeningen, wetmatigheden en mathematische principes. In zijn tekeningen en ruimtelijk werk komt veelvuldig de spiraalvorm terug, waarop hij met behulp van metingen punten markeert. Afhankelijk van de keuze voor een ordeningsprincipe ontstaan er configuraties die soms een systematische structuur aan de dag leggen, een andere keer een schijnbare wirwar van markeringen. Zijn wens om deze ordeningsprincipes op grotere schaal uit te voeren kwam in vervulling toen in het begin van de jaren negentig de Stichting Landschap Overijssel hem op de hoogte bracht van de cirkelvormige akkers op de Overijsselse Noordelijke Manderheide. De velden, vlakbij de grens met Duitsland, lagen er al vanaf 1929 maar werden niet meer voor landbouwbewerking gebruikt. Om deze unieke cirkels te behoeden van vergroeiing met de natuurlijke omgeving werd Paul de Kort gevraagd voor een kunstzinnige ingreep.

In 1999 werd het plan van 'De Mandercirkels', mede met subsidie van de Provincie Utrecht, uitgevoerd. Het ontwerp is geïnspireerd op het regelmatige ritme van ploegen, zaaien en oogsten met het wisselen van de seizoenen, en op de regelmatige patronen van gebundelde oogst.

Door de enorme afmetingen van de cirkels, respectievelijk 378 en 343 meter, zijn ze vanaf de grond niet in één oogopslag waar te nemen. Alleen vanuit de lucht kan de vorm en omvang worden ingeschat. Al wandelend worden de cirkels toch als zodanig waarneembaar en leesbaar. Een wal en een greppel vormen de cirkelranden. In het centrum van de oostelijke cirkel bevindt zich een heuvel waarop spiraalsgewijs en in een regelmatig ritme streekeigen jeneverbesstruiken zijn geplant. Evenals in De Korts kleinschaliger werk is er door het gekozen ordeningsprincipe een patroon ontstaan dat vanuit verschillende zichthoeken een andere aanblik geeft. Over de as die de twee middelpunten van de cirkels met elkaar verbindt loopt een pad in een rechte lijn naar een omvangrijk labyrint in het centrum van de westelijke cirkel. Daar zijn op regelmatige afstanden verbindingen aangebracht tussen de windingen van het spiraalvormige pad. De vorm van het opgerolde pad heeft een sterke verwantschap met het ‘kom-en-ring’-teken, een universeel symbool uit de tijd van de megalitische bouwwerken, waarvan het Zuid-Engelse Stonehenge een bekend voorbeeld is, maar ook met het archetypische labyrint.